Examples of using "Garotos" in a sentence and their dutch translations:
Jullie zijn jochies.
De andere jongens glimlachten.
Waar zijn de jongens?
Alle drie de jongens lachten.
Welke van deze jongens is Masao?
De jongens vonden een geldstuk.
Onze klas bestaat uit 40 jongens.
Hoeveel jongens zijn er in jullie klas?
Ik ben anders dan andere jongens.
Sommige jongens spelen tennis en anderen spelen voetbal.
Waar zijn de jongens?
Wie zijn die jongens?
De jongens waren net zo zenuwachtig als de meisjes.
Alle andere jongens lachten hem uit.
Alle jongens dansten.
Alle jongens keken naar Tom.
Jongens zijn in de regel groter dan meisjes.