Examples of using "Jovens" in a sentence and their dutch translations:
Wij zijn jong.
Ze zijn nog jong.
jong en allemaal Scandinaviërs.
Jullie zijn jochies.
We zijn niet jong meer.
Ze zijn nog jong.
Ze zijn erg jong getrouwd.
De jeugd wordt verspild aan de jongeren.
Ruim de helft bestaat uit jongen.
Tegen de jonge militanten zeg ik altijd...
...zijn meer dan deze jongen aankunnen.
De meeste jongeren hebben een gsm.
- Tom en Mary zijn nog jong.
- Tom en Mary zijn nog steeds jong.
- Tom en Marie zijn nog steeds jong.
- Je bent jong.
- U bent jong.
- Jullie zijn jong.
Ze zijn nog jong.
De jonge welpen zitten in de problemen.
Jonge mensen zitten meestal vol energie.
In het algemeen houden jongeren niet van formaliteit.
- Ze waren jong toen ze trouwden.
- Zij zijn getrouwd toen ze nog jong waren.
Morgen komen er twee jonge esperantisten uit Europa.
vermomt een veel donkerdere realiteit voor jonge mensen
Toen waren we jonger.
- Ze waren jong toen ze trouwden.
- Zij zijn getrouwd toen ze nog jong waren.
Als we jong zijn, vinden we het makkelijk... ...dingen te breken.
De jeugd van tegenwoordig willen alleen maar merkschoenen.
Maar zoals alle jonge apen heeft hij nog veel te leren.
Het huwelijk is niet iets waarvoor jongeren zich interesseren.
De jongere generatie ziet de zaken anders.
Als we onze jongeren willen helpen ontsnappen aan de val van perfectionisme,
Het is tegenwoordig vrij normaal om jongeren tegen te komen die de Bijbel niet kennen.
De meerderheid van de jongeren voelt zich niet voorbereid op het kiezen van een beroep.
De jongen krijgen dorst. De pasgeborene is helemaal uitgeput.
- Ze waren jong toen ze trouwden.
- Zij zijn getrouwd toen ze nog jong waren.
De jongeren spraken luid onder elkaar en letten niet op de mensen rondom hen.
Zoals vaak het geval is bij jonge mannen, besteedt hij niet veel aandacht aan zijn gezondheid.
Jonge Japanners houden van rock en jazz.
De natie is duidelijk diep gesplitst tussen voor- en tegenstanders van de brexit: Engeland en Wales tegen Schotland en Noord-Ierland, platteland tegen de stad, ouderen tegen jongeren, mensen met een basisopleiding tegen hen met een hogere opleiding, zelfs familielid tegen familielid.