Examples of using "Nossa" in a sentence and their dutch translations:
- Ongelofelijk!
- Wow, ongelofelijk!
- Ongelooflijk!
- Ons huis is jouw huis.
- Ons huis is jullie huis.
Ons team heeft verloren.
- Onze munitie is op.
- Onze munitie is opgeraakt.
Ze trok onze aandacht.
Dat is onze school.
Ons team heeft verloren.
Ze heeft onze hulp nodig.
Dat is onze buurvrouw.
...binnen onze politieke organisatie.
Onze strijd gaat door...
Zij is onze buurvrouw.
- Je hebt ons leven gered.
- Jullie hebben ons leven gered.
- U heeft ons leven gered.
God is onze kracht.
- Zij is onze docent.
- Zij is onze lerares.
- Zij is onze juf.
- Zij is onze leraar.
Onze cultuur wordt bedreigd.
We wachten op onze moeder.
Dat vormde onze geschiedenis en onze nationale aard.
- We zullen ons idee voorleggen aan de commissie.
- We zullen ons idee presenteren aan de commissie.
Welkom bij ons.
Onze school is 80 jaar oud.
Ons sterrenstelsel heet de Melkweg.
We moeten op onze gezondheid letten.
Dat is onze school.
Onze school begint om acht uur.
Onze vriendschap hield geen stand.
Ze heeft onze hulp nodig.
- Hij accepteerde ons aanbod.
- Hij heeft ons aanbod geaccepteerd.
Onze school is 80 jaar oud.
Wij maakten ons eten klaar.
Dat is onze buurvrouw.
Dat is onze school.
Het is ons regenseizoen.
De zeemacht verdedigt onze kust.
Vind ons leuk op Facebook!
Wij houden van onze school.
Je hebt onze hulp nodig.
Man, wat ben je groot geworden!
Dat is ons huis.
We hebben met succes onze missie vervuld.
Ik heb besloten een punt te zetten achter onze vriendschap.
Zijn vrouw is onze lerares Italiaans.
Loop onze winkel niet voorbij, kom binnen!
Onze school werd tot as gereduceerd.
We kunnen geen verandering in ons programma aanbrengen.
Onze klas bestaat uit 40 jongens.
Ze bedankte ons voor onze hulp.
Wie heeft al ons eten opgegeten?
Onze school is dicht bij het station.
We zullen nieuwe namen toevoegen aan onze lijst.
Die fiets is van onze school.
Onze school begint om acht uur.
Er zitten veertig leerlingen in onze klas.
Onze familie viert geen Kerstmis.
- We zullen ons idee voorleggen aan de commissie.
- We zullen ons idee presenteren aan de commissie.
- Is het jouw of onze schuld?
- Is het uw of onze schuld?
- Onze moedertaal is Japans.
- Onze moedertaal is het Japans.
Onze school is gesticht in 1990.
Ik vertelde hem over onze school.
Tom wilde onze hulp.
Ons sterrenstelsel is de Melkweg.
Je bent onze gast van de week.
Hij spreekt onze taal niet.
Ik nodigde Tom uit voor ons feest.
Het is alsof we onze identiteit verloren hebben.
Plotseling verschenen er drie honden voor ons.
Je bent de enige Canadees op onze school.
...maar onze missie is nog niet voorbij.
Drugs kunnen je leven verpesten.
Tijdens onze afwezigheid werd er uit ons huis gestolen.
De volgende zondag gaan we onze tante bezoeken.
Hoe lang nog, Catilina, ga je misbruik maken van ons geduld?
We ruimen ons lokaal op na school.
In onze fabriek worden goederen geproduceerd.
Wat is er gebeurd met onze bestelling?
Ons huis kijkt uit op het strand.
Mary is onze oudste dochter.