Examples of using "Ficará" in a sentence and their dutch translations:
Het komt wel goed met je.
Blijf je thuis?
Tom zal drie maanden in Australië blijven.
- Hij zal blij zijn u te zien.
- Hij zal blij zijn je te zien.
Tot wanneer blijft u in Japan?
Hoelang gaat zij hier blijven?
Blijft ge thuis vanavond?
Hoelang gaat hij hier blijven?
...zal ze diep verbonden raken met het oceaanritme...
Tom zal enthousiast zijn.
Wie te snel zijn geld uitgeeft wordt nooit rijk.
Hoe lang blijft u in New York?
Hoe meer je eet, hoe dikker je wordt.
Ik weet zeker dat je tevreden zult zijn.
Ik denk dat het wel goed komt.
Mijn vrouw zal ook blij zijn u te zien.
Tom zal alleen zijn.
- Zult ge thuis blijven?
- Blijf je thuis?
- "Hoelang blijf je in Londen?" "Tot maandag."
- "Tot wanneer blijf je in Londen?" "Tot maandag."
- Je zult niet gelukkig zijn, wat ik ook doe.
- Je zult niet blij zijn ongeacht wat ik doe.
- Hoelang blijf je hier?
- Hoelang blijft u hier?
Lees elke dag de krant, want anders bent u niet op de hoogte van het laatste nieuws.
Mijn vader zal vlug weer gezond zijn.
Denkt u dat Tom zich zal generen?
Hoelang blijf je hier?