Examples of using "Durou" in a sentence and their dutch translations:
Het duurde niet lang.
Het was leuk zolang het duurde.
Dat heeft lang genoeg geduurd.
Onze vriendschap hield geen stand.
- De regen hield aan gedurende een week.
- Het regende een week lang.
De regen duurde vijf dagen.
De oorlog duurde twee jaar.
De voorstelling heeft twee uur geduurd.
- De film duurde 2 uur.
- De film duurde twee uur.
Het telefoongesprek duurde zes uur.
En het duurde tot 's morgens vroeg.
Het geweld hield twee weken aan.
De regen bleef de ganse nacht door aanhouden.
Hoe lang duurde de beschaving van de Maya's?
Het Romeinse rijk heeft duizend jaar bestaan.
- De regen duurde vijf dagen.
- Het regende vijf dagen.
Wat wij deden duurde maar drie uur.
De Amerikaanse Burgeroorlog duurde vier jaar.
Het programma duurde van twee tot vijf.