Examples of using "Zaufać" in a sentence and their dutch translations:
Gokken we op deze lijn?
Hij is te vertrouwen.
Hij is een betrouwbaar persoon.
Ik dacht dat ik Tom kon vertrouwen.
- Op hem kan gerekend worden.
- Op hem kan je vertrouwen.
Als de wereld niet was zoals ze is, zou ik iedereen kunnen vertrouwen.
Als de wereld niet was zoals ze is, zou ik iedereen kunnen vertrouwen.