Translation of "Nim" in Dutch

0.012 sec.

Examples of using "Nim" in a sentence and their dutch translations:

Poszedłem za nim.

Ik volgde hem.

Ona gardziła nim.

Ze verafschuwde hem.

Szaleję za nim!

Ik ben gek op hem!

Zapomnij o nim.

Vergeet hem.

Rozczarowałem się nim.

- Ik was teleurgesteld in hem.
- Dat viel me tegen van hem.

Tańczyła z nim.

- Ze danste met hem.
- Ze heeft met hem gedanst.

Szłam za nim.

Ik volgde hem.

nim znów zapadnie noc.

...voordat de nacht opnieuw valt.

Można na nim polegać.

- Op hem kan je vertrouwen.
- Hij is te vertrouwen.

Możesz na nim polegać.

- Op hem kan gerekend worden.
- Op hem kan je rekenen.
- Je kan op hem rekenen.
- Jullie kunnen op hem rekenen.

Opowiedz mi o nim.

Vertel me over hem.

Zgadzam się z nim.

Ik ben het met hem eens.

Miałam o nim sen.

Ik heb over hem gedroomd.

Ona z nim mieszka.

- Ze woont bij hem.
- Ze woont met hem samen.

Ona tęskni za nim.

Ze mist hem.

Spójrzcie. Bądźmy z nim ostrożni.

Kijk. Een beetje voorzichtig met hem.

Jest na nim trochę węzłów,

Ik heb een paar knoopjes in het parachutedraad...

Czy mogę iść z nim?

Kan ik met hem meegaan?

Chodzę z nim do szkoły.

Ik ga met hem naar school.

Rozmawiałem z nim przez telefon.

Ik sprak met hem door de telefoon.

Trudno jest z nim rozmawiać.

Het is moeilijk praten tegen hem.

Nie zgadzam się z nim.

Ik ben het met hem niet eens.

- Śledź go.
- Idź za nim.

- Volg hem.
- Volg hem!

Chmara komarów podążała za nim.

Een zwerm muggen volgde hem.

Lepiej porozmawiaj z nim osobiście.

Het zou beter zijn als je persoonlijk met hem praat.

Ona jest w nim zakochana.

Ze houdt van hem.

I przejął po nim pałeczkę szpiegostwa,

en de fakkel overnam na Dreyfus' vertrek.

Już się nim z wami dzielę.

Ik vertel het even.

Jestem z nim w dobrych stosunkach.

Ik ben op goede voet met hem.

Nie mogę się z nim dogadać.

Ik kan niet met hem opschieten.

Co tak naprawdę myślisz o nim?

Wat vind je nou echt van hem?

Spotkałeś się z nim na uniwersytecie?

Heb je hem in de universiteit ontmoet?

Mieszkałem z nim w jednym pokoju.

Ik deelde een kamer met hem.

Trochę czasu trwało, nim ją przekonałem.

- Ik heb wat tijd nodig gehad om haar te overhalen.
- Ik heb wat tijd nodig gehad om haar te overtuigen.

Nikt się nad nim nie pochylił.

Niemand boog voor hem.

Spróbuję go złapać, nim wejdzie do dziury.

Probeer hem te vangen voor hij het gat in gaat.

Nim nadejdzie przypływ, czeka ją ciężka noc.

Tot het vloed wordt... ...heeft hij een zware nacht voor de boeg.

Krewetka musi znaleźć pożywienie, nim zabraknie tlenu.

De garnaal moet eten vinden voordat de zuurstof opraakt.

Z nim. Nie będzie mnie tu jutro.

Met hem. Ik ben er morgen niet.

Unoszę się nad nim i ją czuję.

Ik zweef erboven en voel haar daar.

Widzę się z nim jutro po południu.

- Ik zie hem morgennamiddag.
- Ik zie hem morgenmiddag.

Nie ma sensu kłócić się z nim.

Het is zinloos met hem ruzie te maken.

- Można mu zaufać.
- Można na nim polegać.

- Op hem kan gerekend worden.
- Op hem kan je vertrouwen.

Jutro będziesz mógł się z nim spotkać.

Morgen zal je hem kunnen zien.

Obiecała się z nim spotkać w kawiarni.

Ze beloofde hem te ontmoeten in een café.

Ona zupełnie nic o nim nie wie.

Ze weet helemaal niets over hem.

I rozbić na nim obóz, jak robią orangutany.

...doen net als de orang-oetans en maken een kamp in de boom...

Rafy bronią się przed nim w intrygujący sposób.

Dus hebben koralen een intrigerende verdediging.

Chciałbym się z nim zobaczyć jutro po południu.

Ik zou hem morgenmiddag graag willen zien.

Wziął głeboki oddech, nim wszedł do gabinetu szefa.

Hij haalde diep adem voordat hij het kantoor van zijn chef binnenging.

Kiedy byłam w Tajwanie, zaprzyjaźniłam się z nim.

Toen ik in Taiwan was, werd ik vrienden met hem.

Ale jeśli rozpalimy duży ogień, możemy nim je odstraszyć.

Maar we kunnen 'n groot vuur ter afschrikking gebruiken.

Nawet plecak może pomóc, gdy się na nim położę.

Zelfs de rugzak werkt. Door erop te liggen.

Pomyślmy o lotnisku i wszystkim co z nim związane.

Denk aan een luchthaven en alle bijbehorende bedrijfsactiviteiten.

Nim przybyła pomoc, trzy godziny leżała ranna i nieprzytomna.

...en lag drie uur lang bewusteloos te bloeden voordat er hulp was.

Nie mogę w domu rozmawiać przez telefon z nim.

Ik kan hem thuis niet bellen.

To pudełko jest puste. Nic w nim nie ma.

Deze doos is leeg. Er zit niets in.

Ale co robić, gdy staniesz z nim oko w oko?

...maar wat doe je als je er ooit oog in oog mee komt te staan?

Znam go z widzenia, ale nigdy z nim nie rozmawiałem.

Ik ken hem van gezicht maar ik heb nog nooit echt met hem gepraat.

W walce jeden na jeden człowiek nie ma z nim szans.

In een een-op-een strijd tegen een mens wint hij zeker.

Mężczyzna w czerni uciekał przez pustynię, a rewolwerowiec podążał za nim.

De man in het zwart vluchtte door de woestijn en de scherpschutter volgde.

Tom wypożyczł samochód na lotnisku i przyjechał nim do domu Marii.

Tom huurde een auto bij de luchthaven en reed ermee naar het huis van Maria.

Muszę być przygotowany na wszystko. Nie mogę w nim grzebać. Musi być instynktowne.

En ik moet op alles voorbereid zijn. Geen gepruts. Het moet instinctief zijn.

- Znam go, ale nie osobiście.
- Słyszałem o nim, ale nie znam go osobiście.

Ik heb van hem gehoord maar ik ken hem niet persoonlijk.

Ale musi ruszać dalej. Jej stado musi opuścić miasto, nim wróci poranny ruch uliczny.

Maar ze moet doorlopen. Haar kudde moet de stad uit voor het ochtendverkeer begint.

Jeśli zostaniesz ukąszony, masz około 60 minut, nim jad zacznie blokować twoje drogi oddechowe.

Als je wordt gebeten heb je zo'n 60 minuten... ...voordat dit gif je luchtwegen begint af te sluiten.