Examples of using "Sześć" in a sentence and their dutch translations:
We hebben zes eieren.
De meeste gitaren hebben zes snaren.
Het recept is genoeg voor zes mensen.
Het is zes graden onder nul.
Sammy heeft daar zes maanden gewerkt.
- Er was maar zes man op het feest.
- Er waren maar zes mensen op het feest.
Er waren maar zes mensen op het feest.
Dat is waanzinnig! Jouw moeder spreekt zes talen?
Dit huis heeft zes kamers.
Hij heeft een hond en zes katten.
Kun je 6 aftrekken van 10?
Hij woont zes huizen van me vandaan.
Ze zijn zes maanden bezig geweest om het huis te bouwen.
Zes kleintjes... ...slechts 'n paar uur oud.
2, 4, 6 enz. zijn even getallen.
Mijn telefoonnummer is twee, vier, zes, acht.
Volgens het Bijbelverhaal had God zes dagen nodig om de wereld te maken.
Er zijn nu zes soorten overgebleven, die in twee groepen verdeeld zijn.
Door de wind zijn we zo'n 6 km ten westen van het wrak uitgekomen.
Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.
Zij sneed de taart in 6 stukken en gaf aan elk kind een stuk.
Maar het is er minstens 20 graden warmer... ...dan in de grot.
Ze is maar zes km naar het Westen... ...maar dit is geen simpele wandeling.
Met zeven keer het gewicht van een jachtluipaard... ...en een zes keer gevoeliger zicht dan het onze...
- Als ik acht uur de tijd had om een boom om te kappen, zou ik de eerste zes uur besteden aan het slijpen van de bijl.
- Als ik acht uur de tijd had om een boom te kappen, dan zou ik zes uur spenderen om mijn bijl scherper te maken.
Hoewel ik de laatste zes jaar Engels op school heb geleerd, kan ik het nog steeds niet goed spreken.