Examples of using "Sami" in a sentence and their dutch translations:
we zijn alleen.
We zijn alleen.
Zijn we alleen?
We zijn niet alleen.
Nu zijn we eindelijk met z'n tweeën.
Zij zijn alleen.
Sami bleef het proberen.
Ik denk dat we alleen zijn.
Zijn ze allemaal gelijk?
Dit wil je niet zelf proberen.
Sammy heeft daar zes maanden gewerkt.
Waarom kunnen we onszelf niet kietelen?
Sami is geobsedeerd door klokken.
maar daarvoor moeten we wel alleen zijn.
Soms weten critici niet wat ze aan het bekritiseren zijn.
Er is maar een manier om uit te zoeken of we alleen zijn.
We zien de dingen niet zoals ze zijn, maar zoals we zelf zijn.