Translation of "Jajek" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Jajek" in a sentence and their dutch translations:

Otoczek jajek?

De eikapsels.

Mamy sześć jajek.

We hebben zes eieren.

Maria potrzebuje tuzina jajek.

Marie heeft een dozijn eieren nodig.

Mary chce tuzin jajek.

Mary wil een dozijn eieren.

Mamy pół tuzina jajek.

We hebben een half dozijn eieren.

Kupiła dwa tuziny jajek.

Ze heeft twee dozijn eieren gekocht.

Ile jajek jest w kuchni?

Hoeveel eieren zijn er in de keuken?

Wiesz, że nie lubię jajek.

Je weet dat ik niet van eieren hou.

Więc jeśli masz wybór, unikaj jajek!

Dus als je de keus hebt, laat de eieren dan staan.

- Nie lubię jajek.
- Nie lubię jaj.

- Ik heb niet graag eieren.
- Ik haat eieren.

Nie możesz zrobić omletów bez rozbicia jajek.

- Je kan geen omelet maken zonder eieren te breken.
- Waar gehakt wordt, vallen spaanders.

Ile jajek byłeś w stanie dostać wczoraj?

Hoeveel eieren kon je gisteren krijgen?