Examples of using "Pracował" in a sentence and their dutch translations:
- Hij heeft hard gewerkt.
- Hij werkte hard.
- Tom heeft gewerkt.
- Tom werkte.
Tom heeft in Australië gewerkt.
Hij heeft de hele dag lang gewerkt.
- Tom werkte dag en nacht.
- Tom heeft dag en nacht gewerkt.
Hij heeft de hele dag lang gewerkt.
Sammy heeft daar zes maanden gewerkt.
Hij heeft drie maanden in de ambassade gewerkt.
Hij heeft 11 jaar in deze fabriek gewerkt.
Ons team werkte de afgelopen jaren hard
Tom werkt al ongeveer drie jaar voor ons.
Wie van jullie gelooft dat hij harder heeft gewerkt voor mij dan ik voor hem ?!