Examples of using "Sól" in a sentence and their dutch translations:
- Kunt u mij het zout even aangeven?
- Geef me het zout alsjeblieft.
- Geef me even het zout door, alsjeblief.
- Geeft u me het zout door, alstublieft.
- Geef me het zout door, alstublieft.
- Kunt u me het zout aangeven, alstublieft?
Zout is een onmisbaar ingrediënt om te koken.
Geef me het zout en de peper, alsjeblieft.
...het zout omlaag gaat en het op kamertemperatuur komt.
Wat doe je? Omhels je jezelf om zout te krijgen?