Translation of "Podaj" in Dutch

Podaj mi przykład.

Geef mij een voorbeeld.

Podaj mu mikrofon!

Geef hem de microfoon!

Podaj mi inny przykład.

Laat me nog eens een voorbeeld zien.

Podaj mi swój numer telefonu.

Mag ik je telefoonnummer?

- Przekaż mu mikrofon!
- Podaj mu mikrofon!

Geef hem de microfoon!

Proszę, podaj mi sól i pieprz.

Geef me het zout en de peper, alsjeblieft.

Podaj mi proszę swój numer telefonu.

- Geeft u me alstublieft uw telefoonnummer.
- Geef me alsjeblieft je telefoonnummer.