Translation of "Połowa" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Połowa" in a sentence and their dutch translations:

Połowa jabłek zgniła.

De helft van de appels is rot.

A druga połowa - obniżoną.

Bij de andere helft verlaagde het.

Połowa pracy za nami.

- Het werk is half gedaan.
- Het werk is voor de helft gedaan.

Połowa melonów została zjedzona.

De helft van de meloenen is opgegeten.

Połowa z nich to młode.

Ruim de helft bestaat uit jongen.

Dobry początek to połowa roboty.

Een goed begin is het halve werk.

To miejsce zamieszkuje ponad połowa ludzkości,

Meer dan de helft van de mensheid woont in dat gebied.

I w kraju, w którym prawie połowa uprawy są nawadniane, udało im się

En in een land waar bijna de helft van de gewassen worden geïrrigeerd, zijn ze erin geslaagd