Examples of using "Nadchodzi" in a sentence and their dutch translations:
Er komt tocht vandaan.
De lente komt.
Het einde komt nabij.
- De winter is in aantocht.
- De winter komt.
- De winter komt eraan.
Er komt niemand.
- De winter is in aantocht.
- De winter komt.
- De winter komt eraan.
En de fakkel flakkert ook. Er komt tocht vandaan.
Er komt een heleboel ellende aan
De lente komt.
We kunnen tot op zekere hoogte voorspellen wat er aan gaat komen
De lucht voelt koud aan deze morgen. De winter staat voor de deur.