Examples of using "Zima" in a sentence and their dutch translations:
- De winter is in aantocht.
- De winter komt.
- De winter komt eraan.
- De winter is in aantocht.
- De winter komt.
- De winter komt eraan.
...is het net winter.
Einde winter in Spitsbergen.
De winter heeft het zware werk al gedaan.
De winter was buitengewoon zacht.
Deze winter was zacht.
De lucht voelt koud aan deze morgen. De winter staat voor de deur.
- De winter is mijn lievelingsseizoen.
- De winter is mijn favoriete seizoen.
De winter heeft de bergen van Patagonië in Zuid-Chili bereikt.
Zelfs op de uiterste breedtegraden duurt de winter niet eeuwig.
Als de winter strenger wordt, worden de nachten nog langer.
Volgens de langetijdsvoorspelling schijnt er een zachte winter aan te komen.