Examples of using "Spesso" in a sentence and their dutch translations:
Ik reis vaak.
Het gebeurt vaak.
Kom je hier vaak?
Zie je hem vaak?
Ontmoet je hem vaak?
Ik ski vaak.
Ik hik veel.
- Je glimlacht niet dikwijls.
- Jij glimlacht niet dikwijls.
- U glimlacht niet dikwijls.
- Hoe vaak ga je naar het buitenland?
- Hoe vaak gaat u naar het buitenland?
- Hoe vaak gaan jullie naar het buitenland?
We lunchen vaak samen.
Hij citeert vaak uit Shakespeare.
Ik rij niet vaak.
Ik lees vaak.
Ik reis vaak.
Ik zit dikwijls in de problemen.
- Vlieg je vaak?
- Vlieg je regelmatig?
- Vliegt u regelmatig?
- Ik heb vaak nare dromen.
- Ik heb vaak nachtmerries.
We horen je vaak zingen.
- Tom zit er vaak naast.
- Tom vergist zich regelmatig.
Mijn zus huilt vaak.
- Hoe vaak kijk je tv?
- Hoe vaak kijkt u tv?
- Hoe vaak kijken jullie tv?
Ik heb vaak oorinfecties.
Ik drink vaak thee.
Wij spelen dikwijls schaak.
Hij speelt vaak gitaar.
Ik lees vaak boeken.
Hij komt dikwijls te laat.
Ik ga vaak naar het strand.
Ik draag vaak laarzen.
Ik reis niet zo veel.
Je glimlacht niet dikwijls.
- Ik studeer dikwijls met muziek.
- Vaak leer ik terwijl ik naar muziek luister.
Ik? Heel vaak.
Het sneeuwt hier vaak.
Hij citeert vaak uit Shakespeare.
Eet ge dikwijls op restaurant?
Ik reis vaak.
- Hoor je vaak van hem?
- Hoort u vaak van hem?
- Horen jullie vaak van hem?
Ik ga vaak naar het buitenland.
Zwemt Tom vaak?
Hij wordt vaak verliefd.
Tom glimlacht vaak.
Hoe vaak gebruik jij je telefoon?
Waarom gebeurt dit zo vaak?
Hij stelt vaak domme vragen.
Ik studeer dikwijls met muziek.
- Paella bevat vaak slakken.
- Paella bevat vaak karakollen.
- Paella bevat vaak wulken.
Ik ging vaak in de winter skiën.
Ik word niet vaak op feestjes uitgenodigd.
- Ik voel me vaak depressief.
- Ik voel me vaak lusteloos.
- Ik voel me vaak gedeprimeerd.
Ik ga vaak naar de bioscoop.
Ik heb vaak nare dromen.
Regent het daar dikwijls?
Ik ben daar dikwijls geweest.
Tom downloadt vaak films.
Mijn broer huilt vaak.
Hoe vaak leen je geld?
- Kinderen haten vaak spinazie.
- Kinderen hebben vaak een hekel aan spinazie.
Heb je dikwijls hoofdpijn?
Ik ga vaak naar Elena's huis.
Ik speelde vaak honkbal toen ik jong was.
Ik heb hem niet vaak op school gezien.
Vaak zit onze financiële informatie ook op die plaats.
Het gebeurt vaak als ik in het openbaar ben
En vaak als je probeert beschaving te vinden...
Het ijs is heel dik.
Tom gaat vaak naar Boston.
Ik zal zo dikwijls mogelijk komen.
Ik ben vaak verkouden.
Ze veranderen dikwijls hun wachtwoorden.
Tom spijbelt veel.
Hoe vaak regent het in Boston?
Vaak leer ik terwijl ik naar muziek luister.
Ik ga erg vaak skiën.
Vogels vliegen vaak samen.
Dit gebeurde vaak in de winter.
Dit gebeurde vaak in de lente.
Dit gebeurde vaak in de zomer.
Dit gebeurde vaak in de herfst.
Italianen drinken vaak koffie.