Examples of using "Lei" in a sentence and their dutch translations:
Dans met haar!
Vergeet haar.
Ik blijf bij haar.
Zij spuugde.
Je zou haar moeten raadplegen.
- Wil je met haar praten?
- Zou je met haar willen praten?
- Waar is ze?
- Waar zit ze?
Ze is aan het zwemmen.
Zij?
- Dump haar.
- Stuur haar weg.
- Poeier haar af.
- Zorg dat je van haar afkomt.
Vertel het haar.
- Ze stal.
- Ze vloog.
- Ze was aan het vliegen.
- Ze was aan het stelen.
Zij danste.
Zij begon.
Zij zal dansen.
- Ze gaf toe.
- Ze gaf het op.
Waar is het nu?
- Vertrouw je haar?
- Vertrouwt u haar?
- Vertrouwen jullie haar?
Ik ben met haar verloofd.
Heb je haar gesproken?
Ik zal je aan haar voorstellen.
Zij spreekt Russisch.
Zij drinkt koffie.
Ik maak me zorgen over haar.
- Ik ben kwaad op haar.
- Ik ben boos op haar.
Ik woon naast haar.
We maken ons zorgen om haar.
- Rookt u?
- Roken jullie?
Ze loopt.
Haar beurt.
Ze loog.
Wie is zij?
Ze zingt vals.
Ze lachte.
- Ze heeft geprobeerd.
- Ze probeerde het.
Ze huilde.
Ze verdween.
Ze is aan het zwemmen.
Ze grinnikte.
Ze gleed uit.
Ze weet het.
Ze lachte.
Zij houdt van mij, maar ik hou niet van haar.
Wilt u dansen?
Zij bad.
Ik denk nog altijd aan haar.
Ik ben vrienden geworden met haar.
Ik hou meer van jou dan van haar.
Weet je iets over haar?
- Zij is onhandig.
- Zij is onbeholpen.
Zij zal je beschermen.
- Deze auto is van hem.
- Deze auto is van haar.
Waarom geef je om haar?
Vertrouw je haar nog steeds?
Ik denk nog altijd aan haar.
Hij is aardig tegen haar.
- Ze heeft weinig vrienden.
- Zij heeft weinig vrienden.
- Ik wil met haar spreken.
- Ik wil met haar praten.
Ik wil dat zij wint.
Ik weet alles van haar.
We moeten van haar afkomen.
- U zult dansen.
- Jullie zullen dansen.
Hij was boos op haar.
Hij wil met haar uitgaan.
- Drink koffie.
- Zij drinkt koffie.
Ik moet het er met haar over hebben.
Ze loopt niet.
Ik ben haar vergeten.
- Zal ze slagen?
- Gaat het haar lukken?
Spreekt ze Engels?
Ze huilde.
Ze is stil.
Zal ze komen?
Ze liegt.
Ze slaapt.
Úton van.