Examples of using "Sarà" in a sentence and their dutch translations:
Dat wordt plezant.
Dit zal makkelijk zijn.
Ze zal jaloers zijn.
Dus, wat gaat het worden?
Wie zal er zijn?
Alles zal perfect zijn.
Tom zal er zijn.
Dit gaat leuk worden.
Het is binnenkort kerstmis.
Het zal zeker leuk worden.
Er zal bloed vloeien.
Hij wordt een goede leraar.
Hij zal niet klaar zijn.
Het wordt koud vanavond.
Het wordt anders,
Zal het liefde zijn?
- Het gaat bewolkt zijn.
- Het zal bewolkt zijn.
Tom zal niet aanwezig zijn.
Hij zal over een half uur hier zijn.
Hij zal een goede echtgenoot zijn.
U zult nooit alleen zijn.
Hij zal rond vier uur hier zijn.
dus dit wordt een hele korte.
Dit wordt moeilijk.
Het wordt niet makkelijk.
Maar dat wordt gevaarlijk.
- Hij zal vlug hier zijn.
- Hij zal hier vlug zijn.
Tom zal enthousiast zijn.
Dit zal makkelijk zijn.
Het zal gauw winter zijn.
De winter zal streng zijn.
Dus wat wordt het?
Het is binnenkort kerstmis.
- Het zal Tom tegenvallen.
- Tom zal teleurgesteld zijn.
De lente komt eraan.
- Tom zal moe zijn.
- Tom zal uitgeput zijn.
Tom zal onder de indruk zijn.
Tom zal boos zijn.
Wat zal er van Japan terechtkomen?
Waar zult ge zijn?
Wat zal er van mij worden?
- Vraag en u zal gegeven worden.
- Vraagt en gij zult krijgen.
- Tom zal vannacht niet hier zijn.
- Tom zal vanavond niet hier zijn.
- Binnen een uur wordt het donker.
- In een uurtje wordt het donker.
Tom zal er altijd voor je zijn.
Hij zal over een uur terug zijn.
Hij zal rond vier uur hier zijn.
Zal ze het vandaag af kunnen krijgen?
Dit kan best spannend zijn.
Dat is snel en efficiënt.
...hoe gevaarlijker.
Het zal mijn laatste voor jou zijn.
Ik beloof dat je gelukkig zult zijn.
Hij zal morgen thuis zijn.
Zo erg zal het niet zijn.
Zal er taart zijn?
Tom zal het er vast mee eens zijn.
- Het zal Tom niet tegenvallen.
- Tom zal niet teleurgesteld zijn.
Het wordt ons geheimpje.
De lucht zal blauw zijn.
Hij zal een goede echtgenoot zijn.
Tom zal alleen zijn.
Tom zal niet blij zijn om mij te zien.
Tom zal hier niet zijn om dat te doen.
- Misschien is Tom er vandaag niet.
- Vandaag is Tom er misschien niet.
- Misschien zal Tom er vandaag niet zijn.
- Vandaag zal Tom er misschien niet zijn.
Het resultaat van de peiling zal spoedig bekend worden.
Waar zul je zijn?
Volgens de kranten zal hij hier vandaag zijn.
Ze wil niet instemmen met een scheiding.
- Hij zal over tien minuten terug zijn.
- Hij is over tien minuten terug.
Ze komt te laat voor de vergadering.
Hij komt te laat voor de vergadering.
Ik denk dat dat geen probleem zal zijn.
Dus deze reis wordt niet gemakkelijk.
Jouw beslissing. Wat wordt het?
Morgen wordt een belangrijke dag.
zal de hele planeet uiteindelijk lijden.
Is het het dure parkeren?
Morgen komt er een maansverduistering.