Examples of using "Rimarrà" in a sentence and their dutch translations:
Tom zal blijven.
Blijft de school gesloten?
- De tentoonstelling blijft nog een maand geopend.
- De tentoonstelling blijft een maand langer open.
- Zult ge thuis blijven?
- Blijf je thuis?
Tom zal niet meer heel lang blijven.