Examples of using "Terhes" in a sentence and their dutch translations:
- Ze verwacht een kind.
- Ze is zwanger.
Ben je zwanger?
- Ik ben zwanger.
- Ik ben in verwachting.
- Ge zijt zwanger.
- Jij bent zwanger.
- U bent zwanger.
Ben je zwanger?
Is er een mogelijkheid dat je zwanger bent?
Ze is acht maanden zwanger.
Mary is zwanger.
Ze vertelde me dat ze zwanger was.
Is er een mogelijkheid dat je zwanger bent?
- Ik ben zwanger.
- Ik ben in verwachting.
- Ge zijt zwanger.
- Jij bent zwanger.
- U bent zwanger.
- Jullie zijn zwanger.
Ze werd zwanger.
Ben ik zwanger?
Is ze zwanger of alleen maar dik?
Papa, ik ben zwanger. Hier is een lijst van de verdachten ...
Ze is zwanger.
- Ik ben zwanger.
- Ik ben in verwachting.
Sommige ingrediënten in dit drankje zijn schadelijk, vooral als je zwanger bent.