Examples of using "Marival" in a sentence and their dutch translations:
Tom kwam met Mary.
- Tom heeft gisteren met Mary gesproken.
- Tom heeft gisteren met Mary gepraat.
Tom wil met Mary trouwen.
- Tom spendeerde de namiddag met Mary.
- Tom bracht de namiddag met Maria door.
Tom kon aan het begin van hun relatie aan niets anders dan Mary denken.