Examples of using "Jár" in a sentence and their dutch translations:
- Het begint laat te worden.
- Het wordt laat.
...kent een enorme prijs.
Wat zijn de risico's?
Tom is verloofd.
Mijn horloge werkt niet goed.
moed is door je angst heen gaan.
Mike gaat met de bus naar school.
Tom gaat met de trein naar zijn werk.
Er zijn niet zo veel treinen 's nachts.
Hij gaat dikwijls te voet naar school.
Hij gaat zelden naar de kerk.
Door een dwaas hoofd lijden de benen.
Het is laat.
Hij gaat daar elke dag naartoe.
Ze gaat elke zondag naar de kerk.
Hij loopt, ik loop.
Zijn broer gaat met de bus naar school.
Het is laat.
Je denkt te veel.
De machine werkt de hele dag door.
Dan gaat al sinds 1997 naar een psychiater.
Een ongeluk komt zelden alleen.
Mijn familie gaat elke winter skiën.
Ik denk alleen aan jou.
- Deze klok doet het niet.
- Dit uurwerk werk niet.
Investeren in aandelen brengt risico met zich mee.
Tom is in de dertig.
want niemand rijdt nog auto --
Tom stapt traag.
Er is maar een bus om de twee uur.
Tom loopt als een zombie.
Een hongerige maag denkt alleen nog aan brood.
Ze draagt een hoed.
Ik heb te veel dingen aan mijn hoofd op het moment.
Je praat te veel.
Zij loopt naar het werk.
Onze school heeft ongeveer duizend studenten.
Hoe laat is het nu?
Maar een onbegrensd leven biedt ook complicaties.
Hij gaat iedere dag te voet naar zijn werk, behalve als het regent.
- Hij is met zijn gedachten elders.
- Zijn gedachten dwalen af.
Sommige rivalen komen hier al langer dan 30 jaar.
- Een baard maakt je nog geen filosoof.
- Als de baard het teken van wijsheid was, zou de bok de wijste zijn.
- Wijsheid komt niet automatisch met de leeftijd.
Ze is altijd in het zwart gekleed.
Hij denkt aan meer dan alleen eten. Hij is volhardend.
- De kruik gaat zo lang te water, tot zij breekt.
- De kruik gaat zo lang te water, tot ze barst.
Hij is zeker ouder dan zestig.
Deze klok doet het niet.
Ze kunnen niets beters verzinnen dan de onvermijdelijke ramp te trotseren
Alle kinderen gaan naar school in Japan.
Er doet een gerucht de ronde, dat de firma bijna failliet is.
Mijn vader gaat met de fiets naar zijn werk.
Een theaterliefhebber gaat vaak naar het theater en krijgt vlug theatermanieren.
Het is laat, ik moet gaan.
De tijd vliegt en wacht op niemand.
Het kleine mannetje wint zijn partner. In een lawaaiige wereld loont het soms om stil te zijn.
De kat van de buurman houdt van onze tuin.
Tom studeert filosofie op de universiteit.
Hoe oud is je vader?
- Jij verdient de prijs.
- U verdient de prijs.
- Jullie verdienen de prijs.
Je praat te veel.