Examples of using "Vonattal" in a sentence and their dutch translations:
Laten we een trein nemen.
Ik ben per trein naar Kobe gegaan.
Ik ging per trein naar Boston.
Ik vind het leuk om met de trein te gaan.
- Laten we met de trein gaan.
- Laten we de trein nemen.
- Laten we een trein nemen.
- Ga je met de trein?
- Gaat u met de trein?
- Gaan jullie met de trein?
Ben je met de trein gekomen?
- Ik vind het leuk om met de trein te reizen.
- Ik vind het leuk om met de trein te gaan.
Welke trein gaat ge nemen?
Is hij met de bus of met de trein gekomen?
Tom gaat met de trein naar zijn werk.
Ik neem iedere dag de trein naar mijn werk.
- Ik vind het leuk om met de trein te reizen.
- Ik vind het leuk om met de trein te gaan.
Ik heb hem aangeraden een ochtendtrein te nemen.
Ik ben van plan de trein van tien uur dertig te nemen.
- Kan ik van Venetië naar Milaan rijden zonder over te stappen?
- Kan ik van Venetië naar Milaan rijden zonder overstap?
- Vanaf morgen kunt ge zonder risico naar huis gaan per trein, auto of vliegtuig.
- Vanaf morgen kun je zonder risico per trein, auto of vliegtuig naar huis gaan.