Examples of using "Rosszul" in a sentence and their dutch translations:
Je doet het verkeerd.
Ik voelde me slecht.
Ik was ziek.
Slaapt ge slecht?
Ik voelde me slecht achteraf.
Het gaat mij slecht.
Ze voelde zich ziek.
Tom deed het verkeerd.
- Tom is slechthorend.
- Tom hoort niet goed.
Ik voelde me slecht.
Het gaat heel slecht met me.
Voel je je ziek?
We hebben het helemaal verkeerd.
Hij kan ze niet middels zicht vangen.
Hij heeft zich slecht gedragen.
Ik voel me niet ziek.
Hij heeft geen fout gemaakt.
Ben je ziek?
Ik ben slechthorend.
- Was je ziek?
- Was u ziek?
- Waren jullie ziek?
- Ik voel me erg ziek.
- Ik voel me erg misselijk.
Ik ben ziek.
Maar met een slecht nachtzicht...
Ik werd ziek.
Ze draaide het verkeerde nummer.
Alles liep hem tegen.
Ik heb niet goed geslapen.
Alles ging fout.
Tom is ziek.
Als je het slecht doet, ben je vrij om actie te ondernemen.
Ze voelde zich slecht.
Ik voelde me slecht.
Hij kan nauwelijks lezen.
Ik wist niet dat je je zo slecht voelt.
Je hebt het helemaal verkeerd.
Mensen die 'niet goed slapen', proberen meestal langer te slapen;
Alleen al de gedachte eraan maakt je toch ziek, niet?
- Jessie sprak slecht Frans en nog slechter Duits.
- Jesse spreekt slecht Frans en nog slechter Duits.
Is het niet geweldig, ga in entertainermodus
Mijn horloge werkt niet goed.
Jessie sprak slecht Frans en nog slechter Duits.
De mevrouw draaide een verkeerd nummer.
Tom spreekt mijn naam verkeerd uit.