Examples of using "Havazott" in a sentence and their dutch translations:
- Het had gesneeuwd.
- Het heeft gesneeuwd.
- Het was aan het sneeuwen.
Het sneeuwde in Osaka.
- Het sneeuwde gisteren.
- Gisteren viel er sneeuw.
Er is veel sneeuw gevallen.
Toen ik wakker werd, sneeuwde het.
Het heeft de hele nacht gesneeuwd.
Toen ik wakker werd, sneeuwde het.
- Het heeft veel gesneeuwd.
- Het heeft flink gesneeuwd.
Het had gesneeuwd.
Het sneeuwde gisteren.
Het heeft de hele nacht gesneeuwd.
Het heeft de hele dag gesneeuwd.
Het sneeuwde van maandag tot vrijdag.