Examples of using "Leesett" in a sentence and their dutch translations:
De appel viel.
Het gordijn viel.
De appel viel.
Hij viel van het paard.
Hij viel uit de boom.
Een rots viel uit de lucht.
Mijn mobiele telefoon viel op de vloer.
Een vork viel van de tafel.
- Het heeft veel gesneeuwd.
- Het heeft flink gesneeuwd.
- De postzegel is van de envelop afgevallen.
- De postzegel viel van de envelop.
Ze heeft haar voet bezeerd toen ze van haar fiets viel.
Tom viel van het dak en stierf.
- Nu valt mijn nikkel.
- Mijn nikkel is nu gevallen.
- Mijn frank is nu gevallen.
- Het kwartje is nu gevallen.
Er viel een grote bom, en heel veel mensen kwamen om.
Tom viel van een ladder en brak beide armen.
De man lag te kermen van de pijn toen hij van zijn fiets was gevallen.
De appel viel van de boom.