Examples of using "Sokat" in a sentence and their dutch translations:
Hij las erg veel.
Ik heb alles gezien en weet alles.
Je kletst te veel.
- Ik huil de laatste tijd veel.
- Ik heb veel gehuild de laatste tijd.
Je betekent veel voor me.
Ik eet meestal veel.
Reist u veel?
Ik nies veel.
Ik leer veel.
Hij leest veel.
Ze praat veel.
Hij las erg veel.
Je bent veel veranderd!
Ik heb veel geleerd.
Ik reis veel.
- Ik wil veel.
- Ik zou veel willen.
We oefenen veel.
Je bent erg veranderd.
Hij schreeuwt veel.
Je hebt veel gemist.
Ik hik veel.
Ik boer veel.
Hij eet veel.
Er is veel sneeuw gevallen.
Ik was veel te laat.
- Hij heeft hard gewerkt.
- Hij werkte hard.
- Zij heeft hard gewerkt.
- Zij werkte hard.
Ik werk veel.
Ze weet veel.
Ze verloren veel.
Ze praten veel.
- Je werkt te hard.
- Jullie werken te veel!
Je praat te veel.
Ik heb te veel gegeten gisteravond.
Je praat te veel.
Hij weet veel over vlinders.
Eet niet te veel.
Monica studeert heel hard.
Ik denk veel aan haar.
We huilden veel.
Je leest te veel.
Het betekende veel voor me.
Ik heb vandaag veel gewerkt.
Ik heb veel van je geleerd.
Je werkt te veel.
Hij drinkt te veel.
- Jullie werken te veel!
- Jullie werken te veel.
Ik heb veel van jou gehoord.
Tom werkt veel.
Je moet veel studeren.
Tom stelde veel vragen.
Paul praat veel.
Ze spelen vaak samen.
Ik heb veel van Tom geleerd.
- Tom kijkt te veel tv.
- Tom kijkt te veel televisie.
Ik drink te veel!
Ik heb veel over u gehoord.
Je hebt een hoop geleerd, hè?
Ik huil veel.
- Ik heb te veel gegeten.
- Ik at te veel.
Tom drinkt veel.
Mijn moeder helpt mij veel.
Ik heb sindsdien veel geleerd.
Jij eet te veel.
Jullie eten te veel.
Tom zweet veel.
- „Jij spreekt te veel”, zei hij.
- „Jij praat te veel”, zei hij.
Hij weet veel over dieren.
Hij weet veel van bloemen.
Tom heeft te veel gedronken.
Ik heb dit weekend veel geleerd.
Ik leer veel van mijn vader.
Ik leer zo veel van jou.
Dat betekent veel voor me.
Ik versta er niet veel van.
Je weet al te veel.
Hij weet niet veel over Japan.
Hij weet veel over wilde dieren.
Hij weet veel over vlinders.
Tom heeft te veel gegeten.
In het algemeen eet ze niet erg veel.
Ik zou er niet te veel van verwachten als ik jou was.
Tom dacht vaak aan Mary.