Examples of using "Amikor" in a sentence and their dutch translations:
Zodra ze niets meer op kunnen...
- Kom wanneer ge maar wilt.
- Kom wanneer je wilt.
En toen ik dat voor de eerste keer zag, was ik gechoqueerd.
...als toen ik aantrad.
Ze namen me gevangen en daar had ik...
Toen werd ik weer gepakt...
toen het plots omsloeg.
Toen ik wakker werd, sneeuwde het.
Toen ik wakker werd, sneeuwde het.
Ik was verdrietig toen ik opstond.
Mijn moeder stierf toen ik nog een kind was.
en dit op een moment dat vele mensen stierven,
In 2001 studeerde ik af van de middelbare school
Nu ik daarin was geslaagd,
en de haperingen van mijn immuunsysteem
toen ik mijn diagnose kreeg,
is toegeven wanneer je ernaast zit.
Vergeet dat niet als we nadenken over waar we mee bezig zijn.
als hij antibiotica voorschrijft
of een operatie voorstelt.
...toen we Pando hadden ingenomen.
als ik over mannelijke dingen praat
Je gaat dat water in...
Toen Marko kwam, sliep ik.
- Toen ik wakker werd, was ik verdrietig.
- Ik was verdrietig toen ik opstond.
Zodra hij mij zag, liep hij weg.
- Wanneer het regent, neemt ze de bus.
- Als het regent, neemt ze de bus.
Wanneer ik bijt, doet deze tand pijn.
Wanneer het verkeerslicht op groen springt, mag je verdergaan.
Toen ik de kamer binnenkwam was ze piano aan het spelen.
En toen je daar was, heb je er een foto van gemaakt?
Als ik achter mijn camera sta
Als mensen zich dat afvragen,
Maar toen ik eenmaal niet meer verwachtte
Maar als ze naast me zaten,
Negen jaar geleden, toen we aan de macht kwamen...
Soms, als ze iets wilde zeggen,
...die angst grotendeels verdwenen was.
Als ik bij je ben, ben ik gelukkig.
Ik val makkelijk in slaap wanneer ik tv kijk.
Ik brak mijn pols toen ik erop viel.
Het was behoorlijk donker toen ik thuiskwam.
De telefoon ging over terwijl ik onder de douche stond.
- Ik bel ze morgen, als ik weer terug ben.
- Ik bel ze morgen, wanneer ik weer terug ben.
- Kijk me aan als ik tegen je praat.
- Kijk me aan als ik tegen je praat!
Altijd wanneer ik hem bezoek, is hij in bed.
- Je kan me bellen wanneer je maar wil.
- Je kunt me bellen wanneer je wilt.
Ik heb hem gehoord terwijl hij de viool aan het spelen was.
- Normaal hou ik een dagboek bij als ik op reis ga.
- Gewoonlijk hou ik een dagboek bij als ik op reis ga.
- Kijk me aan als ik tegen je praat.
- Kijk me aan als ik tegen je praat!
Verveel je je niet wanneer je alleen bent?
- Als ik bij je ben, ben ik gelukkig.
- Ik voel me gelukkig wanneer ik bij jou ben.
- Ze weende terwijl ze de brief las.
- Zij huilde bij het lezen van de brief.
Als ik later groot ben, wil ik koning worden.
Ze heeft haar voet bezeerd toen ze van haar fiets viel.
Vroeger, toen we nog guldens hadden, was alles veel goedkoper dan nu met de euro.
Toen ik kind was, ging ik altijd naar zee om te zwemmen.
Als we zeggen 'vreemdeling', in plaats van immigrant.
Ik stapte naar voren om deze grafieken te bekijken
zodat wanneer het mijn beurt is,
als ik midden op de dag vier uur moet slapen,
Wanneer je een grote tegenslag of een trauma hebt meegemaakt,
Toen ik begon te werken aan de oorsprong van de Maan,
Dus wat bedoelen we eigenlijk met 'lawaai'?
Als je de door de drones verzamelde akoestische gegevens over elkaar legt,
Toen ik voor het eerst het geluid van dit instrument hoorde,
Ik was 17 toen ik mijn carrière koos.
Anderen raakten gewond toen ze zich wilden verzetten.
Ik deed alsof ik sterk was als ik me niet zo voelde,
Dus wanneer reuzemossels verdwijnen uit het koraalrif
En ben je eenmaal met tienduizenden,
Na hun dood worden ze in de grond opgenomen.
en die moeder rijdt pardoes door een rood licht.
Ik was verwonderd wanneer ik hoorde wat er gebeurd was.
Toen hij bijkwam, lag hij in het park.
Als kind ging hij drie keer naar Parijs.
Ik was een bad aan het nemen toen de telefoon ging.
Ik was een bad aan het nemen toen de telefoon ging.
Hij kwam vaak bij ons op bezoek toen ik nog een kind was.
De doos was leeg toen ik hem openmaakte.
- Sluit de deur bij het weggaan.
- Doe de deur dicht als je weggaat.
- Sluit de deur wanneer je vertrekt.
- Herinner je je de dag nog dat we elkaar voor het eerst ontmoet hebben?
- Herinner je je de dag nog dat wij elkaar hebben leren kennen?
Als kind kon ze goed zingen.
Ik trof de kamer leeg aan.
Je ademhaling gaat sneller wanneer je rent.
- Tom glimlachte bij het lezen van Maria's brief.
- Tom had een lach op zijn gezicht bij het lezen van Maria's brief.
Toen ik wakker werd, was het bijna middag.
Hij kwam vaak bij ons op bezoek toen ik nog een kind was.
Doet het pijn als ik hier sla?