Examples of using "Beszélni" in a sentence and their dutch translations:
- Ik wil met haar spreken.
- Ik wil met haar praten.
Met wie wil je praten?
hun hoop, hun toekomst.
Ik begon te praten.
Ik kan spreken.
Ik zal het woord voeren.
Ik wil spreken
Hij kan Japans spreken.
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
- Zij wil daarover niet praten.
- Ze wil daar niet over praten.
Ik wil niet met u praten.
Is het moeilijk om Engels te spreken?
- Ze kan Japans spreken.
- Hij kan Japans spreken.
We willen met Tom praten.
- Wilde je me spreken?
- Wilde u me spreken?
- Tom zal praten.
- Tom zal spreken.
- Tom zal praten.
- Tom zal spreken.
Spreekt u Frans?
- Ik wil met haar spreken.
- Ik wil met haar praten.
- Ik wil Frans spreken.
- Ik wil in het Frans spreken.
Ik wil Duits spreken.
Praat je over ons?
Ik zou graag met John spreken.
Tom kan spreken.
Engels spreken is leuk.
Ik kan niet spreken.
Spreek je Engels?
Tom was te bang om te spreken.
Ik wil niet met je praten.
als je met iemand wou praten
Ze begon tegen de hond te praten.
- Ik wil niet met je praten.
- Ik wil niet met u praten.
Als je wilt praten, dan praten we.
Hij wil daar niet over spreken.
Tom wil u spreken.
- Ik wil met je baas praten.
- Ik wil met uw baas praten.
- Ik wil met jullie baas praten.
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
Het is nog te vroeg om daarover te spreken.
- Engels spreken is niet makkelijk.
- Engels spreken valt niet mee.
Ik zou graag vloeiend Engels spreken.
Engels spreken is leuk.
Ik praat niet graag over mezelf.
Ik wil vloeiend Frans kunnen spreken.
Met jou praat ik niet.
Ze zal daar nooit over spreken.
Zij willen niet met me praten.
Ik wilde gewoon met haar praten.
- Zij wil niet daarover praten.
- Zij wil daarover niet spreken.
- Zij wil daarover niet praten.
- Spreekt u alstublieft langzamer.
- Spreek wat trager alstublieft.
- Spreek langzamer alsjeblieft.
Kan hij Frans spreken?
Ik vind het niet nodig daarover te spreken.
Vrouwen spreken graag.
Ze kan drie talen spreken.
Wilde je me over vrijheid vertellen?
Soms, als ze iets wilde zeggen,
Je hebt de neiging om te snel te praten.
Ik spreek niet graag in het openbaar.
Het is niet makkelijk om een vreemde taal te spreken.
Het is moeilijk goed Engels te spreken.
Daar wil ik nu niet over spreken.
Hij kan Frans spreken en schrijven.
- Waar heb je Frans leren spreken?
- Waar heeft u Frans leren spreken?
- Waar hebben jullie Frans leren spreken?
Kan iemand hier Frans spreken?
Tom spreekt niet graag Frans.
Ik kon niet praten.
Hij spreekt ook Frans.
Tom wil niet erover praten.
- Kunnen we buiten wat praten?
- Kunnen we wat buiten praten?
Er is niets makkelijker dan praten.
Ik wil jouw taal niet spreken.
Ik wil er niet meer over praten.
Probeer niet van onderwerp te veranderen.
Ik wil er niet meer over praten.
Ik wil onmiddellijk met mijn advocaat spreken.
Ik wil niet over school praten.
Ik ben niet in staat om zo snel te praten.
- Kunt u langzamer spreken?
- Zou u alstublieft wat langzamer willen praten?
Ik wil met ze praten over het belang van de klimaatverandering."
- Ik heb veel vrienden waarmee ik kan praten.
- Ik heb veel vrienden met wie ik kan praten.
Engels spreken is niet makkelijk maar het is interessant.
Er is iemand met wie ik eerst wil praten.
We gaan morgen meer praten over jouw huwelijk.