Examples of using "Tudok" in a sentence and their dutch translations:
Ik weet alles.
Ik weet alles.
- Ik weet niets.
- Ik weet van niks.
- Ik kan lopen.
- Ik kan rennen.
Ik kan gitaar spelen.
- Ja dat kan ik.
- Ja, ik kan.
Kan ik helpen?
Ik kan zwemmen.
Ik kan Engels spreken.
Ik kan Chinees spreken.
Ik kan skiën.
Ik kan lezen.
Ik kan springen.
Ik kan tennissen.
Ik weet alles.
Ik kan wachten.
Ik kan zingen.
Ik kan komen.
Ik kan koken.
Ik kan helpen.
Ik kan Frans spreken.
Ik kan rijden.
- Ik kan het niet.
- Ik kan niet.
Ik kan morsecode hanteren.
Ik kan paardrijden.
Ik kan spreken.
Ik kan amper wandelen.
Zonder jou kan ik niet leven.
Wat kan ik doen?
Ik kan overal slapen.
Ik weet niks van haar.
Waar kan ik ticketten kopen voor het theater?
Zonder jou kan ik niet leven.
Ik kan niet zwemmen.
Ik kan niet vliegen.
Kan ik helpen?
Ik kan morgen komen.
Waar kan ik bellen?
- Ik ken geen Engels.
- Ik spreek geen Engels.
- Ik kan je helpen.
- Ik kan jullie helpen.
- Ik kan u helpen.
Ik kan niet wachten.
Ik kan niet dansen.
Ik kan niet rijden.
- Ik kan niet lezen.
- Ik ben analfabeet.
Ik kan niet blijven.
Kan ik iets doen om te helpen?
Ik kan morgen komen.
Ik weet alles.
Ik kan niet koken.
Ik kan autorijden.
Ik kan niet de piano spelen.
Nu weet ik alles.
Ik kan lopen.
- Kan ik iets doen om te helpen?
- Is er iets dat ik kan doen om te helpen?
Misschien kan ik helpen.
Ik kom zodra ik kan.
Ik kan niet in slaap vallen.
Ik kan niet liegen.
Kan ik beginnen?
Ik kan dansen.
Ik kan Chopin spelen.
Ik kan niet slapen.
Ik kan niet spreken.
Ik kan niet fietsen.
Ik kan niet helpen.
Ik kan veranderen.
Ik zal je zoveel als ik kan helpen.
- Ik kan je niet helpen.
- Ik kan jullie niet helpen.
- Ik kan niet meer wachten.
- Ik kan niet langer wachten.
Ik kan niet anders denken.
Ik kan rennen.
Ik weet niets over hem.
Dat is alles wat ik weet.
Waar kan ik zijde kopen?
Ik ken een kortere weg.