Examples of using "énekel" in a sentence and their dutch translations:
Tom zingt.
Ze zingt goed.
Ze zingt vals.
Tom zingt.
Iemand zingt.
Keiko zingt.
Julia zingt.
Blümchen zingt in het Duits.
Tom zingt mooi.
Vier mannen zingen.
Hij zingt graag.
Het jonge meisje is aan het zingen.
Iedere avond zong een nachtegaal liedjes voor ons.
Zingt ze of speelt ze piano?
Bill zingt vaak in de badkamer.
Tom zingt beter dan iedereen die ik ken.