Examples of using "Zitronen" in a sentence and their dutch translations:
Citroenen zijn zuur.
Citroenen zijn zuur.
Citroenen bevatten citroenzuur.
Sinaasappels zijn zoeter dan citroenen.
Sinaasappels zijn zoeter dan citroenen.
- Ik hou van sinaasappels, maar ik hou meer van citroenen.
- Ik hou van sinaasappel, maar ik hou meer van citroen.
Ze exporteren veel fruit, zoals sinaasappels, grapefruits en citroenen.