Translation of "Süßer" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Süßer" in a sentence and their dutch translations:

- Apfelsinen sind süßer als Zitronen.
- Orangen sind süßer als Zitronen.

Sinaasappels zijn zoeter dan citroenen.

Orangen sind süßer als Zitronen.

Sinaasappels zijn zoeter dan citroenen.

Es ist ein süßer Apfel.

Het is een zoete appel.

Du bist mein süßer Schatz.

Je bent mijn liefje.

Dein Kuss ist süßer als Honig.

Jouw kus is zoeter dan honing.

Die Blüten öffnen sich. Ihr süßer Duft...

Als de bloemen opengaan, dienen de zoete geur...

- Beim Nachbarn ist das Gras immer grüner.
- Die Kirschen in Nachbars Garten schmecken immer süßer.

Het gras aan de andere kant van de heuvel is altijd groener.

„Was für ein süßer Welpe. Warum heißt er Panda?“ „Weil sein Gesicht aussieht wie das eines Panda.“

"Wat een schattig puppy. Waarom heet het Panda?" "Omdat zijn gezicht op dat van een panda lijkt."

- Kein Mädchen in meiner Klasse ist hübscher als Linda.
- Kein Mädchen in meiner Klasse ist süßer als Linda.
- Keines der Mädchen in meiner Klasse ist hübscher als Linda.

Geen meisje in mijn klas is mooier dan Linda.