Examples of using "Lachen" in a sentence and their dutch translations:
Iedereen lacht.
Belachelijk!
Ze lachen.
Lach niet.
Lachen is besmettelijk.
Haar ogen lachen.
Lachen is besmettelijk.
Ik moet lachen.
- Het is gezond om te lachen!
- Lachen is gezond!
Waarom lachen ze?
- Je zal lachen.
- Je zult lachen.
- U zal lachen.
- U zult lachen.
- Jullie zullen lachen.
Ik kon me niet goed houden.
- Wat valt er te lachen?
- Waar lachen jullie om?
- Wat is er zo grappig?
- Waar lacht u over?
Belachelijk!
Tom begon te lachen.
Lachen is de beste medicijn.
Beiden begonnen te lachen.
'Lachend zal ik sterven.'
Ik zou niet moeten lachen.
Lach met hen.
Iedereen lacht me uit!
Stop met lachen!
Waarom zou ik lachen?
Lachen je broers en zussen graag?
Lach met hen.
Lachen is de beste medicijn.
Ik trachtte niet te lachen.
Dat is niet leuk.
Dat bracht me aan het lachen.
Tom begon te lachen.
Hij doet niks dan lachen.
Hij begon te lachen.
Ik stopte met lachen.
Iedereen begon te lachen.
- Tom doet me lachen.
- Tom maakt me aan het lachen.
- Ze stopte met lachen.
- Ze hield op te lachen.
Beiden begonnen te lachen.
- Ik heb je nooit zien lachen.
- Ik heb u nooit zien lachen.
Hij ging van spelen en lachen
De meisjes begonnen te lachen.
Hij bracht de kinderen aan het lachen.
Zijn verhaal deed ons lachen.
Ik kon niet stoppen met lachen.
Waarom lach je?
Wat lach je nou?
Tom barstte in lachen uit.
Negenennegentig doet mij altijd lachen.
Ik bracht Tom aan het lachen.
Haar lach galmde door het huis.
Tom maakt me altijd aan het lachen.
- Tom kon niet stoppen met lachen.
- Tom heeft niet kunnen stoppen met lachen.
Zijn lach galmde door het huis.
Ik vind je manier van lachen leuk.
- Waarom lachen jullie?
- Waarom lacht u?
Ik kan mijn lach niet inhouden.
Het is onbeleefd om met anderen te lachen.
- Ik heb je nooit zien lachen.
- Ik heb u nooit zien lachen.
Lach met hen.
En toen begon iedereen te lachen.
Haar grappen brachten iedereen aan het lachen.
- Tom kan niet meer stoppen met lachen.
- Tom kan niet ophouden te lachen.
Hij moest lachen om dat ene zinnetje.
Vreemde pijn doet niet wenen.
Iedereen lacht, maar niemand legt mij uit wat er gebeurd is.
Ik lachte zoveel tot ik buikpijn kreeg.
Eigenlijk is er geen nood aan die rare lach van u.
Het jonge meisje lachte zorgeloos.
De mens is het enige dier dat kan lachen.