Examples of using "Schwören" in a sentence and their dutch translations:
Tom liet me zweren niets te zeggen.
geeft hem zijn zwaard om trouw te zweren.
Ik zou zweren dat ik hier eerder ben geweest.
- Tom liet me zweren het niet tegen Mary te zeggen.
- Tom liet me zweren Mary niets te vertellen.
U zou me niet geloven, ook al zou ik de eed hebben afgelegd.
Zweert u de waarheid te zeggen, de hele waarheid, niets dan de waarheid?
Dus krijgen ze Vöggr en hij wordt opgetild, gevraagd om trouw te zweren aan Hjorvard, en Hjorvard