Examples of using "Musste" in a sentence and their dutch translations:
Ik moest haar antwoorden.
Ik moest gaan.
Ik moest werken.
Ik kon me niet goed houden.
Ik moest mijn plan opgeven.
Ik moest naar huis toe gaan.
Dat moest ik loslaten.
Ik moest alles leren.
Ik moest adem gaan halen.
De premier moest opstappen.
Ik moest tegen iedereen liegen.
Tom had rust nodig.
Ik moest haar beschermen.
Ik moest lang wachten.
Ik moest er gisteren heen gaan.
Gisteren moest Tom daarnaartoe.
Sami moest dat bewijzen.
De arm van Tom moest worden afgezet.
Hij moest zelfs op zondag werken.
Ik moest radicaal veranderen.
Ik moest naar Amerika gaan.
Ik moest op zondag werken.
Hij moest de prinses redden.
Ik moest een auto huren.
Ik moest de regels veranderen.
Ik moest het zelf doen.
Ik moest een keuze maken.
Hij moest zijn kamer opruimen.
Ik moest mijn afspraak uitstellen.
Tom moest niet lang wachten.
Ze moest haar zus verzorgen.
Ik moest mijn plan opgeven.
en daar moest ik het mee doen
Dus miljoenen jaren lang moest ze...
Ik had zo veel energie om terug te geven.
Ze moest zelf haar jurk aanpassen.
- Hij moest het dagenlang zonder eten doen.
- Hij moest het dagenlang zonder voedsel stellen.
Ze moet haar thuisstad vaarwel zeggen.
Ik moest kiezen tussen die twee.
Tom moest een auto huren.
Hij moest zelfs op zondag werken.
Hij moest zijn reis stiekem voortzetten.
Uiteindelijk moest hij de taak overnemen.
Tom wist waarnaartoe te gaan.
Tom moest een moeilijke keuze maken.
Waarom moest hij zo lang op jou wachten?
Maar gelukkig was dat niet nodig.
Ik moest te voet naar huis gaan.
Ze moest haar zus verzorgen.
Ik moet dat probleem weglaten wegens plaatsgebrek.
Ik moest het voor half drie doen.
Ik moest kiezen tussen A en B.
Hij moest lachen om dat ene zinnetje.
Zoiets leeft en Goethe moest sterven.
heb ik hem op verschillende plaatsen moeten snijden. Ik moest hem uitrekken, maar zo werden alle landen vervormd.
Ik moest lopen, omdat er geen taxi's waren.
Het moest ook in massa te fabriceren zijn,
Ik moest de hele dag in bed blijven.
Ik moest lopen, omdat er geen taxi's waren.
Waarom moest hij zo lang op jou wachten?
- Hoewel het regende, moest ik toch naar buiten gaan.
- Hoewel het regende, moest ik toch naar buiten.
Hij moest tegen zijn wil het contract ondertekenen.
Hij moest een kamer delen met zijn broer.
Tom gaf toe dat hij het verkeerd had.
- De vrouw heeft gedaan wat ze moest doen.
- De vrouw deed wat ze moest doen.
Het duurde niet lang om een oplossing voor het probleem te vinden.