Examples of using "Schwächer" in a sentence and their dutch translations:
Deze fakkel wordt alsmaar zwakker.
Ik voel mezelf zwakker worden.
Sterrenlicht is 200 keer zwakker dan maanlicht.
Ik word zwakker met de hitte die toeneemt.
Zijn invloed in het bestuur nam steeds verder af.
Zijn geheugen nam af vanwege de leeftijd.
Vol maanlicht is 400.000 keer zwakker dan de zon. Maar genoeg om bij te zien.