Translation of "Schlafzimmer" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Schlafzimmer" in a sentence and their dutch translations:

- Dies ist dein Schlafzimmer.
- Dies ist euer Schlafzimmer.
- Dieses ist Ihr Schlafzimmer.

- Dit is jouw slaapkamer.
- Dit is uw slaapkamer.
- Dit is jullie slaapkamer.

Dies ist euer Schlafzimmer.

Dit is jullie slaapkamer.

Mein Haus hat zwei Schlafzimmer.

Mijn huis heeft twee slaapkamers.

Die Frau schläft im Schlafzimmer.

De vrouw slaapt in de slaapkamer.

Bill war in seinem Schlafzimmer.

Bill was in zijn slaapkamer.

Ich hörte etwas im Schlafzimmer.

Ik hoorde een geluid in de slaapkamer.

Tom hat ein eigenes Schlafzimmer.

Tom heeft zijn eigen slaapkamer.

- Im Schlafzimmer war ein Geräusch zu hören.
- Ich hörte ein Geräusch im Schlafzimmer.

- Ik hoorde een geluid in de slaapkamer.
- Ik hoorde een geluid in de kamer.

Ich hörte ein Geräusch im Schlafzimmer.

Ik hoorde een geluid in de slaapkamer.

Sie ging hinauf in ihr Schlafzimmer.

Ze ging de trap op naar haar slaapkamer.

Ich habe ihm mein Schlafzimmer gezeigt.

Ik heb hem mijn slaapkamer getoond.

Tom kehrte unwillig in sein Schlafzimmer zurück.

Tom ging schoorvoetend terug naar zijn slaapkamer.

Lass das Fenster im Schlafzimmer nicht auf!

Laat het raam in de slaapkamer niet open.

Er verließ das Schlafzimmer und betrat das Wohnzimmer.

Hij verliet de slaapkamer en ging de woonkamer binnen.

Aus welchen Grund bist du in meinem Schlafzimmer?

- Waarom ben jij in mijn kamer?
- Waarom ben je in mijn kamer?

In ihrem Schlafzimmer stand ein kleiner Tisch. Und darauf stand ein kleines Fläschchen.

In haar slaapkamer stond een tafeltje. En daarop stond een klein flesje.

Es gibt drei Schlafzimmer, eine Küche, ein Esszimmer, ein Wohnzimmer und ein Badezimmer.

Er zijn 3 slaapkamers, een keuken, een eetkamer, een salon en een badkamer.

In meinem neuen Haus ist das Wohnzimmer im Erdgeschoss und das Schlafzimmer im ersten Stock.

In mijn nieuwe huis is de woonkamer op de begane grond en de slaapkamer op de eerste verdieping.