Examples of using "Dieses" in a sentence and their dutch translations:
Lees dit boek.
Dit jaar...
Dit boek is van jou.
- Hier, neem dit.
- Hier, pak aan.
- Dit ei ruikt slecht.
- Dit ei stinkt.
Lees dit boek.
Ik hou van dit mobieltje.
- Ik houd van deze foto.
- Ik hou van deze foto.
Zit er vlees in dit eten?
Deze jurk is goedkoop.
Dit boek is van haar.
- Wie heeft dit gedicht geschreven?
- Wie schreef dit gedicht?
Ik hou van dit liedje.
Wat betekent dit teken?
Dit boek is van Tony.
Deze radio doet het niet.
Dit kasteel is mooi.
- Ik houd van deze foto.
- Ik hou van deze foto.
Dit water is gesteriliseerd.
Dit boek is van jou.
- Dit is mijn paard.
- Dat is mijn paard.
- Het paard is van mij.
- Dit is zijn huis.
- Dit huis is van hem.
Ik houd van deze foto.
Ik hou van dit mobieltje.
Geef deze fiets wat olie.
Deze is van Tom.
Verlaat dit land.
Ik neem dit wel.
Dit gas stinkt.
Lees dit boek.
- Hebt gij dit boek geschreven?
- Hebt u dit boek geschreven?
- Heb jij dit boek geschreven?
- Hebben jullie dit boek geschreven?
- Dat is haar boek.
- Dit boek is van haar.
- Wie heeft dit boek geschreven?
- Wie schreef dit boek?
- Ik ben dit boek aan het lezen.
- Ik lees dit boek.
Dit eten is glutenvrij.
- Wil je dit shirt hebben?
- Wil je dit overhemd hebben?
Dit huis is beroemd.
Dit water is geurloos.
Dit kind loste het gecompliceerde mathematische probleem eenvoudig op.
Dit metaal heet zink.
Hoeveel kost deze radio?
Dit brood is heerlijk.
Hoeveel kost deze bank?
- Deze foto heeft hij gemaakt.
- Deze foto heeft hij getrokken.
- Hij heeft deze foto gemaakt.
- Deze foto heeft hij genomen.
Deze kamer heeft airconditioning.
Vonden jullie deze video leuk?
Deze mobiele telefoon is heel duur.
- Hebt gij dit boek geschreven?
- Hebt u dit boek geschreven?
- Heb jij dit boek geschreven?
Bekijk de afbeelding.
Dit liedje heet "Only You".
Mag ik dit brood eten?
Willen jullie dat risico lopen?
Kan iemand dit woord uitspreken?
- Heb je dit nieuw boek?
- Heeft u dit nieuw boek?
Die poort moet worden geschilderd.
Ik begon dit thema.
Deze telefoon doet het niet.
Ik wil deze.
Je moet dit formulier invullen.
Zij hield niet van dat spel.
Ik zal jou dit boek geven.
Wat ga je van het weekend doen?
Ken je dat gevoel?
Door dit programma
Dit stuk is helemaal bezet.
Laten we het wrak vinden.
Hoe heet dat meisje?
Dat kasteel is mooi.
Wat betekent dit woord?
Ik hou van dit liedje.
Helaas is het gerucht waar.
- Deze kamer is bevroren.
- Deze kamer is ijskoud.
Begrijp je dit boek?
- Dat boek is nieuw.
- Dit boek is nieuw.
Dat meisje is knap.
Ik hou van dit spel.
Van wie is deze fiets?
Wie zingt dit liedje?
Dit handboek is verouderd.