Examples of using "Prüfung" in a sentence and their dutch translations:
Morgen heb ik een tentamen.
Is het een moeilijk examen?
Zij is geslaagd voor haar examen.
- De test was eenvoudig.
- De test was gemakkelijk.
- Ik moet slagen in dit examen.
- Ik moet slagen voor dit examen.
We hadden een mondeling examen.
Succes met je examen!
Succes met je examen!
Is hij geslaagd voor het examen?
- Morgen heb ik een tentamen.
- Morgen heb ik een examen.
Morgen heb ik een tentamen.
Het was een moeilijk examen.
Hoe is je examen gegaan?
Het laatste examen was heel moeilijk.
Bill is zenuwachtig voor het examen.
Het is zeker dat hij geslaagd is in het examen.
Ik moet studeren voor de toets.
Hij is in het examen gezakt.
Hij is in het examen gezakt.
Deze zin dient door een moedertaalspreker gecontroleerd te worden.
Hij is dus gebuisd in zijn examen.
Ik moet me voor het examen voorbereiden.
Ik ben gezakt voor het examen.
Volgens mij moet je het examen opnieuw proberen.
Men verwacht dat hij zal slagen voor het examen.
Hij heeft hard geleerd en de toets gehaald.
Hij heeft veel gestudeerd om in het examen te slagen.
Ik studeerde hard om het examen te halen.
Ik ben er zeker van dat hij zal slagen voor het examen.
- Op de dag van zijn examen barstte Tom van de maagpijn.
- Op de dag van zijn examen had Tom heel veel last van zijn maag.
- Op de dag van zijn examen had Tom heel veel buikpijn.
De studenten zijn bezig het examen voor te bereiden.
Hij zal zeker slagen in het volgende examen.
- Jij zult hard moeten werken, als jij voor het examen wilt slagen.
- U zult hard moeten werken, als u wilt slagen voor het examen.
- Als je niet studeert, zal je het examen niet halen.
- Als je niet studeert, zal je zakken voor het examen.
Het examen dat hij vorige week afgelegd heeft was uiterst moeilijk.
We hebben morgen een tentamen.
Zijn ouders waren blij dat in zijn examen geslaagd was.
Is hij geslaagd voor het examen?
Ik ben aan het leren voor een toets.
Je maakt je toch geen zorgen om het proefwerk?
Ben je thuis gebleven om te leren voor de toets?
Mary zal voor het examen slagen, als ze zich goed voorbereid.
Hij begon de universiteit nadat hij twee maal gezakt was in de examens.
Hij begon de universiteit nadat hij twee maal gezakt was in de examens.
Tom heeft bij het examen geschiedenis gesjoemeld.