Translation of "Französischer" in Dutch

0.262 sec.

Examples of using "Französischer" in a sentence and their dutch translations:

Tom ist französischer Muttersprachler.

Tom heeft het Frans als moedertaal.

Jacqueline ist ein französischer Name.

Jacqueline is een Franse naam.

Ich bin ein französischer Bürger.

Ik ben een Franse burger.

Ein französischer Offizier erinnerte sich später:

Een Franse officier herinnerde zich later:

Sie war britische Staatsbürgerin französischer Herkunft.

Zij was een Brits staatsburger van Franse afkomst.

Als Präsident des Ministerrates, effektiv als französischer Premierminister.

als voorzitter van de Raad van Ministers, in feite de eerste minister van Frankrijk.

Ich schreibe gerade ein Lied in französischer Sprache.

Ik schrijf een liedje in het Frans.

- Tom ist französischer Muttersprachler.
- Französisch ist Toms Muttersprache.

Tom heeft het Frans als moedertaal.

- Tom hat eine Menge französischer Bücher.
- Tom hat viele französische Bücher.

Tom heeft veel Franse boeken.

General Nivelle wird als französischer Oberbefehlshaber entlassen, und ersetzt durch General Pétain, Held von Verdun,

Generaal Nivelle wordt ontslagen als Franse opperbevelhebber, en vervangen door generaal Pétain, held van Verdun,