Examples of using "Kleinigkeit" in a sentence and their dutch translations:
Ik knabbelde.
Zelfs het geringste dingetje irriteerde hem.
Ik heb een kleinigheid voor je.
Ik heb iets voor je meegebracht.
Ik gaf die arme jongen een kleinigheid.
- Maak je over zo'n bagatel geen zorgen.
- Maak je geen zorgen over zulke kleinigheid.
- Maakt u zich geen zorgen over zulke kleinigheid.
- Maak je over zo'n bagatel geen zorgen.
- Maak je geen zorgen over zulke kleinigheid.
Je moet je geen zorgen maken over zo kleine dingen.