Examples of using "Jungen" in a sentence and their dutch translations:
Ik zie een jongen.
Ik ken deze jongeman.
Met twee jongen.
Alle jongens dansten.
Beide jongens schreeuwden.
Ik had medelijden met de jongen.
Ze is verliefd op deze jongen.
Iedereen looft de jongen.
De andere jongens glimlachten.
Ik zie een jongen.
Ik zie de jongen.
Ik ken deze jongeman.
Ik ken deze jongeman.
Waar zijn de jongens?
Zo nu en dan doen jongens vreemd.
De jongens maken lawaai.
Een paar jongens kwamen het klaslokaal binnen.
- Het meisje hielp de jongen.
- Het meisje heeft de jongen geholpen.
- Waar heb je de jongen gezien?
- Waar hebben jullie de jongen gezien?
- Waar heeft u de jongen gezien?
Jack werd uitgelachen door al de jongens.
Als hij haar welpjes vindt...
De welpen zijn bijna volgroeid...
Welke jongen is Masao?
Alle jongens spelen graag honkbal.
Die twee jongens zijn neven van elkaar.
Er zwommen naakte jongens in de rivier.
Alle jongens keken naar Tom.
Jongens zijn allemaal stom, nietwaar.
Een paar jongens kwamen het klaslokaal binnen.
- Er is een kind vermist.
- Er wordt een kind vermist.
Al de jongens zijn even oud.
Hij keek toe terwijl de jongens zwommen.
Hoeveel jongens zijn er in jullie klas?
Mijn familie hoopte op een jongen,
Nu zijn al haar welpjes blootgesteld.
Tegen de jonge militanten zeg ik altijd...
Onze klas bestaat uit 40 jongens.
De jongens vonden een geldstuk.
Ken je dat jongetje dat aan het huilen is?
Waar heeft u de jongen gezien?
De drie jongens bekeken elkaar.
Kijk! Twee jongens zijn aan het vechten.
Tom ging naar een jongensschool.
Jongens horen meisjes te respecteren.
Ze kocht een stuk speelgoed voor de jongen.
- Jack werd uitgelachen door al de jongens.
- Jack werd door alle jongens uitgelachen.
Alle andere jongens lachten hem uit.
Waar heb je de jongen gezien?
De drie jongens bekeken elkaar.
Jongens en meisjes spelen in de tuin.
Ik gaf die arme jongen een kleinigheid.
Ik vond hem een bekwame jongen.
De meeste jongeren hebben een gsm.
Spreken jonge Fransen ook over politiek?
Maria zegt dat ze allergisch is voor jongens.
Kijk, de jongens lopen met blote voeten in het water.
Jonge Japanners houden van rock en jazz.
Meer dan twintig jongens gingen erheen.
Hoeveel jongens zijn er in jullie klas?
Ik ben niet met de jongen bekend.
Ik roep de jongen, en hij komt.
Meer dan twintig jongens gingen erheen.
De jongens op mijn school zijn dom.
Verlegen jongens werden uitgelachen door hun klasgenoten.
Hij is de grootste van alle jongens.
Binnen een week gaan de welpen bij hun moeder weg.
We veronderstelden dat het een van haar kinderen was.
Sommige jongens spelen tennis en anderen spelen voetbal.
Hoeveel jongens zijn er in deze klas?