Translation of "Kennst" in Dutch

- Kennst du ihn?
- Kennst du es?

Weet je dat?

- Meine Meinung kennst du.
- Meine Ansicht kennst du.

Je kent mijn mening.

- Kennst du das Lied?
- Kennst du dieses Lied?

Ken je dat lied?

Kennst du mich?

Ken je me?

Kennst du sie?

Kent ge hen?

Du kennst jeden.

Je kent iedereen.

Kennst du uns?

Ken je ons?

- Kennst du seinen älteren Bruder?
- Kennst du seinen großen Bruder?

Ken jij zijn oudere broer?

- Kennst du ihre E-Mail-Adresse?
- Kennst du ihre Netzpostadresse?

Ken je haar elektronisch adres vanbuiten?

- Kennst du ihn wirklich nicht?
- Kennst du es wirklich nicht?

Ken je hem echt niet?

Kennst du die Antwort?

Weet je het antwoord?

Kennst du diese Dame?

Ken je deze dame?

Kennst du dieses Mädchen?

- Kent u dat meisje?
- Ken je dat meisje?
- Kennen jullie dat meisje?

Kennst du ihn gut?

Ken je hem goed?

Kennst du seinen Bruder?

- Kent ge zijn broer?
- Ken je zijn broer?

Kennst du mich noch?

Herken je me nog?

Kennst du seinen Vater?

Ken je zijn vader?

Kennst du diesen Mann?

Ken je die man?

Kennst du dieses Lied?

Ken je dit liedje?

Kennst du den Weg?

Kent ge de weg?

Kennst du Tom gut?

Ken je Tom goed?

Kennst du die Spielregeln?

Ken je de spelregels?

Kennst du Toms Vater?

Ken je Toms vader?

- Wie lange kennst du Jack?
- Wie lange kennst du schon Jack?

Hoelang ken je Jack al?

- Du kennst nicht zufällig seinen Namen?
- Kennst du nicht zufällig seinen Namen?

Kent ge toevallig niet zijn naam?

Kennst du seinen Namen nicht?

- Weet je zijn naam niet?
- Weet je niet hoe hij heet?

Woher kennst du denn Tom?

Hoe ken je Tom?

Kennst du einen guten Zahnarzt?

Ken jij een goede tandarts?

Kennst du seinen älteren Bruder?

Ken jij zijn oudere broer?

Kennst du ihn wirklich nicht?

Ken je hem echt niet?

Kennst du den Film Avatar?

Ken je de film 'Avatar'?

Ich denke, du kennst sie.

Ik denk dat je haar kent.

Ich denke, du kennst Tom.

Ik denk dat je Tom kent.

Kennst du Toms richtigen Namen?

Ken jij Tom zijn echte naam?

Kennst du das WLAN-Passwort?

Weet je wat het wifi-wachtwoord is?

Kennst du ihn so gut?

Ken je hem zo goed?

Wie lange kennst du Jack?

Hoelang ken je Jack al?

Kennst du den Film „Avatar“?

Ken je de film 'Avatar'?

Kennst du meinen Bruder Masao?

Ken je mijn broer Masao?

Kennst du einen guten Arzt?

Ken je een goede dokter?

Kennst du die Wahrheit nicht?

Weten jullie de waarheid niet?

Du, John, kennst viele Länder.

Jij, John, kent veel landen.

Du kennst sie seit 1990?

Je kent haar sinds 1990?

Wie gut kennst du Tom?

Hoe goed ken jij Tom?

Du kennst meinen Bruder nicht.

Je kent mijn broer niet.

Kennst du dich mit Buchhaltung aus?

Kun je boekhouden?

Den Rest der Geschichte kennst du.

Je kent de rest van het verhaal.

Kennst du Doktoren, die Japanisch sprechen?

Ken je dokters die Japans spreken?

Kennst du den weinenden Jungen da?

Ken je dat jongetje dat aan het huilen is?

Wie viele englische Wörter kennst du?

Hoeveel Engelse woorden kent u?

Du kennst mich in- und auswendig.

Je kent me van binnen en buiten.

Kennst du die Hauptstadt von Belgien?

- Kent u de hoofdstad van België?
- Kennen jullie de hoofdstad van België?
- Ken je de hoofdstad van België?

Du kennst nicht zufällig seinen Namen?

Kent ge toevallig niet zijn naam?

- Kennen Sie mich?
- Kennst du mich?

- Ken je me?
- Kent u me?
- Ken je mij?
- Kent u mij?

Du kennst aber viele interessante Orte!

Jij kent veel interessante plaatsen, of niet?

Kennst du nicht zufällig seinen Namen?

Kent ge toevallig niet zijn naam?

Wie lange kennst du schon Jack?

Hoelang ken je Jack al?

Wen kennst du in dieser Stadt?

Ken je iemand in deze stad?

Kennst du schon das neue Lied?

Ken je het nieuwe liedje al?

Die Antwort kennst du vermutlich schon.

Ik neem aan dat je het antwoord al weet.

Kennst du die Stadt, wo er lebt?

Ken jij de stad waar hij woont?

Das ist mein Freund. Kennst du ihn?

Dit is mijn vriend. Kent u hem?

Kennst du jemanden, der beim Arbeiten summt?

Ken je iemand die zoemt tijdens het werken?