Examples of using "Geliebt" in a sentence and their dutch translations:
Ik word bemind.
Hield je van Tom?
Ik was geliefd.
Ze hielden van jou.
Ik was geliefd.
Ik word bemind.
Ik was geliefd.
- Ik hield van haar.
- Ik hield van hem.
Hij hield van haar.
Tom hield van ons.
Tom voelde zich geliefd.
- Ik hield van je.
- Ik hield van jullie.
Ik heb altijd van je gehouden.
Ik heb nooit van je gehouden.
Ik ben nooit verliefd op haar geweest.
Ik hield van haar.
Als je geliefd wilt zijn, heb dan lief!
Mijn vader hield niet echt van mij.
Als je geliefd wilt zijn, heb dan lief!
Ik heb altijd van je gehouden, Tom.
Heb elkaar lief zoals ik je heb liefgehad.
- De oude man was geliefd bij iedereen.
- De man werd geliefd door iedereen.
Als ge wilt geliefd zijn, heb dan lief!
Je hebt altijd van Tom gehouden, toch?
Zij, van wie de goden houden, sterven jong.
Vrouwen zijn er om bemind te worden, niet om begrepen te worden.
Beminnen en bemind worden is het grootste geluk.
Het vaderland moet door iedereen geliefd zijn.
Pas toen Chikako bij me wegging, realiseerde ik mij hoeveel ik van haar hield.
Pas toen Chikako bij me wegging, realiseerde ik mij hoeveel ik van haar hield.
Beter gehaat worden om wat men is, dan geliefd om wat men niet is.
Ze hebben de liefde bedreven vannacht.