Examples of using "Gelaufen" in a sentence and their dutch translations:
Dingen gebeuren.
Wij hebben veel gelopen.
Hoe is je sollicitatiegesprek gegaan?
Niemand liep.
Hoe is je examen gegaan?
Tot dusver gaat alles goed.
Alles liep hem tegen.
Ik heb nog nooit geskied.
We gingen vaak skiën in de winter.
- Hoe is je sollicitatiegesprek gegaan?
- Hoe was je interview?
- Hij ging te voet naar huis.
- Hij liep naar huis.
- Hij is naar huis gelopen.
- Hij is te voet naar huis gegaan.
Neil Armstrong is de eerste ruimtevaarder die op de maan gelopen heeft.
Nadat Maria van de dansvloer was weggelopen, danste Tom gewoon met een ander verder.
- Het is allemaal afgelopen.
- Alles is voorbij.
- De zaak is beslecht.
- Het is voorbij.