Translation of "Abendessen" in Dutch

Abendessen!

Avondeten!

Zeit zum Abendessen.

Het is etenstijd.

- Es ist Zeit für das Abendessen.
- Zeit zum Abendessen.

Het is etenstijd.

- Was möchtest du zum Abendessen?
- Was möchten Sie zum Abendessen?
- Was möchtet ihr zum Abendessen?

- Wat wil je voor het diner?
- Wat wil je voor het avondeten?

- Es ist Zeit für das Abendessen.
- Zeit zum Abendessen.
- Zu Tisch!
- Es ist Zeit fürs Abendessen.

- Het is etenstijd.
- Aan tafel!
- Naar de tafel!
- Het is etenstijd!

Das Abendessen ist fertig.

Het avondeten is klaar.

Ist das Abendessen fertig?

Is het avondeten klaar?

Das Abendessen duftet vorzüglich!

Het diner ruikt heerlijk.

Wir sind beim Abendessen.

We dineren.

- Kannst du heute zum Abendessen kommen?
- Könnt ihr heute zum Abendessen kommen?

- Kan je vanavond komen dineren?
- Kunt u vanavond komen dineren?

Und wir haben ein Abendessen.

En dan kunnen we vanavond eten.

Lernt Tom nach dem Abendessen?

Leert Tom na het avondmaal?

Das Abendessen ist fast fertig.

Het avondeten is bijna klaar.

Tom machte Spaghetti zum Abendessen.

- Tom maakte spaghetti voor het avondeten.
- Tom heeft spaghetti voor het avondeten gemaakt.

Lass mich das Abendessen bezahlen.

- Laat mij voor het diner betalen.
- Laat mij voor het avondeten betalen.

Ich habe das Abendessen gekocht.

- Ik heb het diner gekookt.
- Ik kookte het diner.

Das Abendessen war so lecker.

Het avondeten was zo lekker.

Wir sind zum Abendessen eingeladen.

We zijn uitgenodigd voor het avondeten.

Was möchtest du zum Abendessen?

- Wat wil je voor het diner?
- Wat wil je voor het avondeten?

Danke für das fabelhafte Abendessen.

Bedankt voor het voortreffelijke avondeten.

Das Abendessen ist völlig kalt.

Het diner is helemaal koud.

Es ist Zeit fürs Abendessen.

Het is etenstijd.

Taro, das Abendessen ist fertig!

Taro, het eten is klaar!

- Was gibt es zum Abendessen heute Abend?
- Was gibt es heute zum Abendessen?

Wat eten we vanavond?

- Ich habe meinen Nachbarn zum Abendessen eingeladen.
- Ich habe meine Nachbarn zum Abendessen eingeladen.

Ik heb mijn buren uitgenodigd voor het avondmaal.

Tom kam zu spät zum Abendessen.

Tom was te laat voor het avondeten.

Es ist Zeit für das Abendessen.

Het is etenstijd.

Ich spiele Gitarre vor dem Abendessen.

Ik speel gitaar voor het avondeten.

Wie lange noch bis zum Abendessen?

Hoelang nog tot het avondeten?

Sie hat das Abendessen selbst zubereitet.

Ze heeft het avondeten zelf gekookt.

Was macht ihr heute zum Abendessen?

Wat zijn jullie plannen voor het avondmaal?

Mein Abendessen besteht nur aus Obst.

Voor het avondmaal heb ik alleen maar fruit.

Wir haben sie zum Abendessen eingeladen.

We nodigden hen uit voor het avondeten.

Tom kam kurz vor dem Abendessen.

Tom kwam net voor het avondeten.

- Mein Vater ging nach dem Abendessen joggen.
- Mein Vater ist nach dem Abendessen joggen gegangen.

Mijn vader is na het avondeten gaan joggen.

- Nach dem Abendessen habe ich die Teller gespült.
- Nach dem Abendessen machte ich den Abwasch.

Na het avondeten deed ik de afwas.

Onkel Bob lud uns zum Abendessen ein.

Oom Bob nodigde ons uit voor het avondeten.

Wie wäre es mit Fisch zum Abendessen?

Wat vind je van vis voor het avondeten?

Ich erhitze zum ersten Mal das Abendessen.

Dit is de eerste keer dat ik het avondeten ooit opgewarmd heb.

Meine Freunde haben mich zum Abendessen eingeladen.

Mijn vrienden hebben mij uitgenodigd voor het avondeten.

Ich habe meinen Nachbarn zum Abendessen eingeladen.

Ik heb mijn buren voor het diner uitgenodigd.

Ich schaue oft vor dem Abendessen fern.

Ik kijk vaak tv voor het avondeten.

Nach dem Abendessen machte ich den Abwasch.

Na het avondeten deed ik de afwas.

Seiko nahm die Einladung zum Abendessen an.

Seiko aanvaardde de uitnodiging voor het avondeten.

Sie ist damit beschäftigt, das Abendessen vorzubereiten.

Ze is volop het avondeten aan het klaarmaken.

Ich habe meine Nachbarn zum Abendessen eingeladen.

Ik heb mijn buren uitgenodigd voor het avondeten.

Mein Chef hat mich zum Abendessen eingeladen.

Mijn baas nodigde me uit voor een etentje.

Erzählen Sie nach dem Abendessen eine Geschichte.

Vertel een verhaal na het eten.

- Jeden Tag vor dem Abendessen nimmt Tom ein Bad.
- Tom badet sich jeden Tag vor dem Abendessen.

Tom neemt elke dag een bad vlak voor het eten.

Ich habe dir dein Abendessen im Ofen gelassen.

Ik heb je avondeten voor je in de oven laten staan.

Nach dem Abendessen darfst du nicht mehr ausgehen.

- Je mag na het eten niet naar buiten.
- Je mag na het avondeten niet naar buiten.

Danke für das Abendessen, es ist so lecker!

Dank je voor het diner, het is zo lekker!

Ein paar Freunde haben mich zum Abendessen eingeladen.

Een paar vrienden hebben me voor het avondeten uitgenodigd.

Nach dem Abendessen gibt es gewöhnlich noch Nachtisch.

Gewoonlijk neem ik dessert na het avondeten.

Tom ist gerade mit dem Abendessen fertig geworden.

- Tom was net klaar met avondeten.
- Tom had net zijn avondeten op.

Mein Freund lud mich ein, zum Abendessen auszugehen.

Mijn vrienden hebben mij uitgenodigd voor het avondeten.

- Tom kochte das Mittagessen.
- Tom kochte das Abendessen.

- Tom heeft het avondmaal klaargemaakt.
- Tom heeft het diner bereid.

Ich kam nicht rechtzeitig zum Abendessen nach Hause.

Ik kwam niet op tijd thuis voor het avondeten.