Examples of using "Fass" in a sentence and their dutch translations:
- Kom op, raak het aan.
- Kom op, je mag het wel aanraken.
- Niet aanraken.
- Kom er niet aan.
In een fles of van het vat?
In een fles of van het vat?
Raak de kachel niet aan.
- Niet aanraken.
- Niet aanraken!
- Raak dit niet aan!
- Afblijven!
- Handen thuis.
Raak de natte verf niet aan.
Kom nergens aan zonder te vragen.
Niet aanraken.
Pak hem!
Dit is de druppel die de emmer doet overlopen!
Raak dit eens aan. Het is heel erg zacht hoor.
Houd het kort.
- Raak me niet aan!
- Blijf van mijn lijf!
Raak het niet aan. Het is gloeiendheet.
Dit is de druppel.
Raak mijn auto niet aan.
Blijf met je handen van me af.
Houd het kort.
omdat we het gevoel hebben dat we zo'n vat zonder bodem zijn --
Raak die niet aan.
Raak me niet aan.
Raak het niet aan. Het is gloeiendheet.
- Bemoei je met je eigen zaken.
- Steek je neus niet in andermans zaken.
- Dat gaat je niks aan.
- Bemoei je niet met andermans zaken!