Examples of using "Anfassen" in a sentence and their dutch translations:
Niet aanraken!
- Mag ik het aanraken?
- Kan ik het aanraken?
- Mag ik dit aanraken?
Mag ik ze aanraken?
Raak mijn camera niet aan.
Raak die knop niet aan!
Mag ik dit aanraken?
Mag ik dit aanraken?
Laat hem het niet aanraken.
...dat ik een zwak voor het leven heb.
Niet aanraken.
Ze liet hem haar baby niet aanraken.
- Willen jullie het aanraken?
- Wil je het aanraken?
Willen jullie het aanraken?
Wil je het eens aanraken?
- Niet aanraken.
- Niet aanraken!
- Raak dit niet aan!
- Afblijven!
- Handen thuis.
- Niet mijn camera aanraken.
- Kom niet aan mijn fototoestel.
- Raak mijn camera niet aan.
Een voordeel van automatische deuren is zeker dat mensen hun besmettelijke ziektes niet kunnen verder verspreiden door het aanraken van deurklinken.